09 juli 2006

More 2.0

Grappig: in de laatste Adforesult (nr. 1/2, 2006) rapporteer ik blij over de verschijnselen die samenvallen onder het label “Web 2.0”, terwijl collega-columnist Marcel Kalmeijer dezelfde fenomenen in hetzelfde blad alvast afdoet met de tag “Zeepbel 2.0”.
Wie voelt de Zeitgeist nu beter aan? Marcel met al z’n scepsis (en z’n overgeschreven grapje), of ik met al m’n (bij elkaar geharkte) enthousiasme?

Welnu, mijn inmiddels klikbare bewijsvoering vind je op Adforesult’s website: in een lange lijst internetbestemmingen met in enigerlei opzicht interessante symptomen van “2.0”. Rijp en groen door mekaar, voor deze gelegenheid tamelijk willekeurig gecategoriseerd onder de noemers die ik er het meest opvallend aan vind (maar daarmee zeker níét implicerend dat genoemde sites niet met andere relevante tags gekarakteriseerd kunnen worden).

Voorts herhaal ik hier graag de, overigens al sinds 1994 graag door me gedebiteerde, stelling dat we nog niet ’n fractie van een procentpunt hebben gezien van alles wat het Web ons uiteindelijk gaat brengen. Web 2.0 is eigenlijk maar Web 0.2. Zoek voor het serieuze werk bijvoorbeeld op semantic web en semantic software. En als die kost je wat te machtig is, laat je dan vooral ’s inspireren door wat Peter Hamilton in Pandora’s Star en Judas Enchained (beide: Macmillan, 2005) schrijft over de eButler, en over SI. (You can eat this one, Marcel, met je “bonus-implantaten”!)

Ten slotte, wijs ik met klem op het feit dat de vier succesvolste Web 2.0-sites al járen bestaan: Amazon, Yahoo, Ebay, Google. Hun immense succes kan immers in alle vier de gevallen worden beschreven met de zakelijk-belangrijkste twee van alle Web 2.0-symptomen: collective, long tail.

(Dit stuk verscheen eerder in Adforesult, maart 2005).

Geen opmerkingen: